Thema boekenweek 2025
Het genootschap ter bescherming van de Nederlandse taal.
In het zaaltje achterin de herberg ‘de gloeiende Gerrit' in Drachten kwamen de leden voor de laatste vergadering van het jaar bijeen. Gerrit de herbergier was niet alleen herbergier maar ook boekenwurm. En in die hoedanigheid verleende hij graag zijn medewerking aan dit illustere gezelschap. Bovendien bevestigde het de goede naam van zijn etablissement. Hij zat als voorzitter klaar om de leden te ontvangen.
Als eerste kwam de punctuele Gracia de gepensioneerde en Gratia binnen en begon haar papieren te ordenen. Zij was degene die de meestal chaotische vergaderingen notuleerde. Marie, taalwetenschapper en historica kwam naast haar zitten. Voor de anderen was haar deskundigheid van groot belang. Hierna volgde Frieda, redactrice van de Libelle. Haar inbreng was vooral te letten op de sociale aspecten van de onderwerpen. Deze keer was de student Nederlands er voor de eerste keer bij. Onzeker zocht hij een plaats. Marie trok hem op de plek naast zich en knikte hem geruststellend toe. Buitenbeentje was vandaag Frits. Hij had een bijzondere inbreng. Iedereen wachtte dat nieuwsgierig af. Sofie kwam binnen, haar bijdrage was van praktische aard, omdat zij als schrijfster de haken en ogen van dit vak door en door kende. Het wachten was op de journalist Frans. Gratia tikte ongeduldig met haar pen tegen de tafel. De deur vloog open. ‘Sorry mensen dat ik laat ben’ riep Frans, ‘ik kom juist van een klus.’
Toen ze allemaal tot rust gekomen waren opende Gerrit de vergadering met de woorden ‘welkom allemaal'. Kees is vandaag voor de eerste keer aanwezig. Hij mag het als stage voor zijn studie gebruiken. En als speciale gast is hier Frits. Frits mag ik jou als eerste het woord geven?’
Frits ging er eens goed voor zitten en stak van wal. Ik als bakker heb mijn leven lang suikerbollen gebakken. Van taal heb ik geen verstand. Maar in de winkel achter de toonbank hoor je nog weleens wat. Zo ving ik een gesprek op tussen twee wachtende oudere vrouwen en ontdekte misschien iets heel bijzonders. De eerste begon moet je horen wat ik laatst meemaakte. Ik had voor mijn Jacob nieuwe liefdracht nodig en ging naar de winkel waar ik dat altijd haal. Weet je trouwens dat er een nieuwe naam op de gevel staat? Underwear. Ik had daar nog nooit van gehoord. Enfin, ik liep naar binnen en vroeg aan de juffrouw, een jong ding nog, ‘ik kom om nieuwe liefdracht voor mijn Jacob, kunt u me helpen?’
Het meisje keek me met grote ogen aan en zei ‘liefdracht mevrouw'. En wat mag dat dan wel betekenen?’ Toen vroeg ik of juffrouw Koops die me altijd hielpen was. Maar die bleek met pensioen te zijn. Ik moest het dan nu met deze juffrouw doen. Daarom vroeg ik weet jij niet wat liefdracht is? Spreek je dan niet je moerstaal? Of kom je niet van hier’. Ze kreeg een kleur, ‘ik ben hier geboren en getogen mevrouw, maar ik weet het echt niet.’ Ik was stomverbaasd. Het irriteerde me. ‘En dan nog wat. Wat voor vreemde naam staat er ineens op jullie gevel?’ ‘Underwear mevrouw.’ik ‘ en wat mag dat dan wel betekenen juffrouw?’ Ze schoot in de lach. ‘Underear mevrouw, dat betekent ondergoed.’ ‘Aha zei ik‘ dus eigenlijk is dat gewoon liefdracht.’ Ik schoot ook in de lach. Toen vertelde ik haar, het kind kon er tenslotte ook niks aan doen. ‘Juffrouw sinds mijn trouwen, en dat is zo’n zestig jaar, haal ik hier de liefdracht, ik bedoel lijfdracht, begrijpt u wel?’ Eindelijk begrepen we elkaar en zocht ze het voor me op.’ De andere vrouw had met belangstelling geluisterd en vroeg ‘ja ja, het is me wat met die jongelui. Maar is het uiteindelijk toch gelukt? ‘ Ach het goed is ook niet meer wat het was. Overal zit van dat elastine in en daar heeft mijn Jacob een hekel aan. Ik heb voor de zekerheid maar een maat groter genomen. Frits besluit zijn verhaal met ‘zodoende breng ik het woord ‘lijfdracht in ter overweging en discussie of het in het vergeetwoordenboek kan worden opgenomen ‘ Wacht even’’ begon Marie. ‘Je noemde ook het woord ‘underwaer’. Dat is je reinste taalvervuiling. Ik ben faliekant tegen het verengelsen van onze taal’. Kees onderbrak haar ‘maar Marie, hoe kun je dat nu zeggen. Ik leer dat onze taal altijd in ontwikkeling is en dat we Engelse woorden moeten incorporeren in onze huidige taal.
Hetzelfde gebeurde in de Franse tijd.’‘ Dat kopt riep Frieda, een oudtante van mijn moeder zei als ze de kokkin een complimentje gaf, Aagje het was deel. Marie gaf zich niet zomaar gewonnen en pareerde die mevrouw sprak misschien een woordje Frans, maar die kokkin natuurlijk niet, die bezigde gewoon haar moerstaal.’ En de Latijnse scholen dan?’ Vroeg Kees.‘ Dat was ook alleen maar voor de elite Kees. We dwalen af mensen. Gerrit greep in. ‘Het gaat nu om het woord lijfdracht. Marie wat kun jij ons zeggen over dat woord?’ Maar Sofie onderbrak hem ‘ik vind het een lelijk woord en al zou ik over ondergoed in mijn romans willen schrijven, nooit zou ik lijfdracht gebruiken, dan liever lijfgoed ondergoed of lingerie.’ Maar Marie ging verder. ‘Daar gaat het niet om. Het is een interessant woord. In het Fries waar dit woord vandaan komt zeg je liefdracht zoals we hoorden, maar ik zal het uitleggen.
Het woord werd tot in de jaren vijftig van de vorige eeuw gebruikt in het Noorden van ons land. Het is een interessant woord. Het heeft een tweeledigheid inzicht. Het eerste deel lijf geeft de intimiteit weer, dicht op het blote lijf, maar het tweede deel dracht heeft een andere gevoelswaarde, het geeft meer een bestendigheid aan, zoals in haardracht en klederdracht. Het woord vindt dan ook z’n oorsprong in de tijd van klederdrachten. Het dragen van vele rokken, lijfjes, omslagdoeken en kappen. Hier ging Frieda op in. ‘Mooi dat je dat uitgeplozen hebt Marie. In ons komende nummer van de Libelle komt een artikel over de dorpen Volendam, Stavoren en Spakenburg en niet te vergeten Zeeland. We verzamelen foto’s en wetenswaardigheden over dit gegeven. Kees luisterde geïnteresseerd. En Marie knikte hem bemoedigend toe ‘ Kees het is denk ik een mooi onderwerp om in je eindscriptie te verwerken. Ik kan je daarmee begeleiden.’ Gratia mopperde ‘ jullie praten allemaal door elkaar, zo kan ik niet notuleren. ‘Ja, mensen, we zullen gaan kijken of het woord wat Frits inbracht kan worden opgenomen in het vergeetwoordenboek’. Hierna werd er gestemd. Iedereen stemde voor. ‘Aldus besloten’, zei Gerrit en hamerde af.
Jozien Bos