Het concert


Het concert

In het overloopmeer bij Beuningen klonken de eerste voorjaarsgeluiden. Het waren de kikkers die massaal begonnen te kwaken. De groene kikkers met hun gevarieerde tonen en de bruine kikkers die daaronder hun donkere stemmen lieten horen als een soort basso continuo. Het was een kakofonie van klanken.
In die herrie klom een jonge stevige bruine kikker op een waterlelieblad. Het was Frogo. Frogo had er altijd al van gedroomd om dirigent te worden. Als kikkervisje was hij al begonnen met luisteren naar de geluiden in het water. En toen hij pootjes kreeg, klom hij als eerste uit het water om daar boven ook naar geluiden te luisteren. Hij hoorde de koekoek, pakte een stokje en tikte in de maat met de koekoek mee. Hij legde overal zijn oor te luisteren. Hij hoorde vogels zingen, de merel, de wielewaal en de vink, die eerst schuchter z’n zang probeerde, maar al gauw uitbundig de hele riedel met vinkenslag en al ten gehore bracht. Zo kreeg Frogo een uitstekend gehoor voor muziek. Hij werd door de andere kikkers Frogo baton genoemd. Ze waren van hem gewend dat hij altijd met z’n stokje de maat sloeg, zelfs tikte hij bij iedere sprong die hij deed. En nu stond hij daar op dat waterlelieblad.

Frogo rekte zich uit en riep: ‘zal ik dirigeren? Dan gaan we oefenen om het nog mooier te laten klinken.’ ‘Ja, ja!’, joelden ze enthousiast. Frogo riep weer: ‘stilte!’ Toen stak hij zijn baton omhoog en zette in. Het klonk direct al een stuk beter. En na een paar dagen oefenen ging het bijna vanzelf. Maar toen opeens kwam er een vreemde kikker uit het struweel tevoorschijn. Hij sprong in het water en zwom naar het midden van de plas waar hij ook op een waterlelieblad klauterde. Daar begon hij luid mee te kwaken. Frogo schrok. Wat was dit voor kwaken. Het leek meer op loeien. Zo afschuwelijk lelijk. Dit kon absoluut niet. Frogo zwom naar de kikker toe en probeerde zo tactisch mogelijk de situatie te bespreken. ‘U heeft een bijzondere stem. Zoiets heb ik nog nooit gehoord. Waar komt u vandaan waar men op uw wijze zingt?’ ‘Wel maestro ik ben een Amerikaan.’ Zong u daar ook in een koor?’, wilde Frogo weten. ‘Nee, niet in een koor.’ ‘Hebt u dan geen enkele zangervaring?’ ‘Jazeker wel. Ik zong het verhaal en het koor zong dan met me mee.’ Frogo was perplex. ‘Hoe is uw naam, als ik vragen mag?’ ‘ Brullaard is de naam.’
‘Aha, dat begrijp ik.’ Brullaard verteld verder. ‘Zo’n verhaal zingen noemen we een opera.’ ‘Fantastisch! Wat een schitterend idee!’, riep de dirigent vol vuur. Die nacht kon hij niet slapen van opwinding. Hij lag maar te piekeren over deze nieuwe mogelijkheden. En de volgende dag had hij een verhaal. Tegen het kikkerkoor legde hij uit wat een opera is en dat ze dat gingen oefenen. Hij verdeelde de rollen en daarna kwam het grote werk. Al gauw kwam dit alles Burgemeester Ransuil ter ore. 

Op een dag kwam hij aanvliegen om met de dirigent te spreken. ‘Ik kom met een belangrijke boodschap.’ ‘Zegt u het maar heer burgemeester.’ ‘Ik heb gehoord dat u een opera aan het instuderen bent. En nu wil het geval dat op Koningsdag de koninklijke familie Beuningen komt bezoeken. In het hele dorp worden al optredens geoefend, zoals de gymnastiekvereniging met een turnwedstrijd. En de fanfare komt met een speciaal voor deze gelegenheid gecomponeerd nieuw werk. Mijn voorstel aan u is om de opera waar u aan werkt ook voor het koninklijk paar ten gehore te brengen.’ ‘Dan zullen we er keihard aan moeten werken.’ Maar Frogo had er zin in. Dit was een buitenkans zoals hij nooit meer zou krijgen. En de burgemeester zei nog voor hij terugvloog: ‘zo’n culturele bijdrage zal ons Beuningen verheffen. Er ligt een grote verantwoordelijkheid op uw schouders.’ Maar daar was Frogo niet bang voor. In tegendeel. Het wakkerde hem juist aan om het nog mooier te laten klinken.

Er werd keihard gerepeteerd. De prinses werd gezongen door de Wielewaal met het dudeldjohodudeldjoho als een ontroerende aria. Het duduen van de padden vertolkte de stiekeme plannen om de prinses te ontvoeren. Dan de massa groene kikkers. Hun gevarieerde kwaken in verschillende toonhoogten stelde de onrust van het gewone volk voor. Daar onder mochten de bruine kikkers hun geruststellende betrouwbare redding zingen. Maar die redding wordt verstoord door het loeien van de Amerikaanse brulkikker. Dan komt Heron de reiger in actie. Hij grijpt Brullaard bij een poot, sleurt hem uit het water en vliegt met de jammerende kikker weg. Dan kan de prinses toch door de bruine kikkers gered worden.
Dit was het script. En nu was het oefenen om op Koningsdag de première ten gehore te brengen. Toch kwam er op de valreep nog een waardevolle bijdrage bij. Frogo hoorde na lange tijd ineens het geheimzinnig hoempen van de roerdomp. En hij bedacht dat hiermee de opera moest beginnen om de luisteraars in de juiste stemming te brengen. 

Het was zover. Het koninklijk paar werd op Koningsdag naar de uiterwaarden gereden. Daar kregen ze laarsjes aan en met het gevolg wandelde het gezelschap naar het overloopmeer. Dorpelingen liepen er achteraan en ook kinderen renden mee. Lakeien droegen twee tronen en een heleboel klapstoelen mee voor alle genodigden. Het gewone volk ging in het gras zitten. Applaus barstte los toen dirigent Frogo op het waterlelieblad klom, zijn baton hoog ophief en de roerdompen inzetten. Het publiek was direct gefascineerd de aria van de wielewaal als prinses liet menigeen een traantje wegpinken. De sluwe paddenduduud deed kinderen huiveren. En toen de prinses ontvoerd werd, kroop iedereen dicht tegen elkaar aan. De redding, door de bruine kikkers verklankt, liet een zucht van opluchting door de toehoorders gaan. Maar toen die redding wreed verstoord werd door het brute geweld van Brullaard, waren ze allemaal heftig verontwaardigd.
Daarna, toen Heron de reiger Brullaard uit het water viste en met die loeiende kikker wegvloog, barstte gejuich los. Brullaard had zijn rol uitstekend gespeeld en Heron moest hem terugvliegen om een toegift te geven. De kikker boog voor de koning en koningin en loeide nog een paar flinke loeien. Daarna kreeg hij van ieder een hand. Hierna was zijn rol uitgespeeld en moest hij in het water verdwijnen. De koning vroeg om een onderhoud met de dirigent. Hij vroeg hoe dit spektakelstuk tot stand gekomen was. De koningin vulde hem aan en zei: ‘wat heeft u die Amerikaan een passende rol gegeven.’ En de koning beaamde dit. Maar plots begon Brullaard weer te loeien.
Het koninklijk paar schrok en teleurgesteld riepen ze om Heron de reiger. Opnieuw moest hij Brullaard uit het water oppakken. Dit keer kreeg hij opdracht om hem zo ver mogelijk naar het westen af te voeren. Voordat de reiger dit ging uitvoeren overlegde hij met Frogo en de hofhouding. ‘Amerika is te ver’, zei Heron. Maar toen kwam de koning met een voorstel: ‘ik weet zeker dat er in Ierland wel ergens een pub is waar hij met open armen ontvangen zal worden.’ En zo gebeurde het dat Heron de reiger de luidruchtige blaaskaak over de zee naar Ierland vloog. Iedereen was opgelucht toen langzaam het loeien verstierf in de verte. Net was de rust weergekeerd, toen plots hoog in de lucht een schaterende lach het gezelschap deed opschrikken. Ze keken allemaal omhoog naar waar de lach vandaan kwam en tot groot plezier van het publiek bleek het van de groene specht afkomstig. Dit was pas echt de slotscene van de bijzondere opera.

 Jozien