De oude vrouw en de zwarte kraai


Er was eens een oude vrouw die woonde in een huisje aan de rand van het kraaienbos. Geen mens zou daar ooit willen wonen. Daar bij die herrieschoppers en kibbelaars. Maar de oude vrouw woonde er met Cora, zangeres en soliste bij het groot kraaien koor. Cora die dag in dag uit liederen voor haar zong. Zij zong de liederen die de oude vrouw voor haar verzamelde. Op een dag kwam de oude vrouw met een chanson, zo mooi, zo onbeschrijfelijk mooi, dat Cora toen ze het eenmaal gezongen had, het de godganse dag bleef jubelen. Het was een lied, ontroerend en aangrijpend. Het raakte haar gevoeligste snaren, zo droef. Cora zong het en Trees Krekel fiedelde op haar viooltje mee. Samen musiceerden ze dagenlang. Maar er was een probleem met dat lied. Cora kwam er niet helemaal doorheen. Telkens begon ze en zong ze prachtig, maar steeds bleef ze steken in het laatste woord. Bij dat woord kreeg ze een brok in haar keel en stokte ze. Wat ze ook probeerde, Cora kon dat laatste woord niet zingen.

In een groen groen groen knollenknollenland

Daar zaten twee haasjes heel parmant.

En de een die blies de fluitefluitefluit,

En de ander sloeg de trommel.

Er kwam opeens een jagerjagerman,

En die heeft er een geschoten.

En dat heeft naar men wel denkendenken kan

De ander zeer veroohverdrooo hakkelde ze. 

De triestheid van dat woord was te veel voor Cora. Het lukte haar niet het woord heel te houden. Als haar stem brak, dan brak ook het woord. Samen met Trees repeteerde ze: ‘ verdrotenverdroten verdroten. Maar het woord kneep en knerpte, snakte en stierf. Alleen Trees kon het hardop zeggen. Tot overmaat van ramp begon de eveneens fijnbesnaarde Zora de haas bij het horen van dit lied erbarmelijk te schreien, waardoor Cora ook in snikken uitbarst. Trees kreeg schoon genoeg van die twee jankpotten. Ze ging naar Uule grootmeester in de uilenwijsheid en klaagde haar nood. Maar meester Uule wist geen raad met dit lastige probleem. 

Van zoveel emoties had hij nog nooit gehoord in zijn lerarenpraktijk. Daarom richtte hij zich eerst tot Zora de haas en berispte hem streng: ‘stopt u alstublieft met dat gesnotter, ziet u dan niet wat u aanricht? Zodat de haas bij het horen van die woorden nog hartstochtelijker begon te jammeren. Toen zei de uil tegen Cora: ‘weest u toch niet zo’n sentimentele huilebalk'. Waardoor zij helemaal niet meer wilde zingen. Maar daardoor kreeg Uule het met de oude vrouw aan de stok. De oude vrouw joeg hem de stuipen op het lijf. Ze dreigde de hele kraaienkolonie op hem af te sturen. Wat dat betekende, wist de uil maar al te goed. Hij vloog als de wiedeweerga naar Ko, de voorman van de kraaienkolonie om de affaire met de oude vrouw met een insider te bespreken. Maar Ko begreep Cora wel ‘ja uil, wat Cora zingt dat ziet ze voor zich. Daarom zingt ze ook zo prachtig’. ‘Juist ja, antwoordde de uil. ‘En hoe zit het dan met haar professionaliteit? ‘ Kom op uil. Cora zingt met haar hart en kom me niet aan haar hart’

Uule deed nog een poging. Me dunkt dat een zangeres als ze zingt haar gevoelens dient te beteugelen’. ‘Kan wel zijn uil’. Zei de kraai en vloog weg. Tenslotte raadpleegde hij zijn wijfje uula. En zij adviseerde hem ‘als Cora dat lied nu zo mooi zingt, hoe mooi zou het dan zijn als het hele kraaienkoor bij dat laatste woord invalt als een soort crescendo. Tijdens de eerstvolgende kraaienmorgen ging dit chanson in premier. En de oude vrouw zat te luisteren op een bankje voor haar huisje aan de rand van het kraaienbos.

Jozien Bos

7ea584be-3ca9-4c97-b436-59ef4e9d825c.jpg


Pim Louwerse