Graag struin ik in de uiterwaarden
Graag struin ik in de uiterwaarden,
Met de koeien en de paarden.
Waar in de lucht de ganzen gakken,
En uilen schuilen in de takken.
Waar bevers knagen in de strangen,
En waar reigers kikkers vangen.
Waar jonge dassen rollebollen
En waar konijnen samen dollen.
Waar de schreeuw van een fazant,
Klinkt over het rivierenland.
En waar ik op het klompenpad
Loop tot ik ben afgemat.
Dan strijk ik op het bankje neer,
Zit te kijken naar het veer.
En als de veerpont wordt bemand.
Verlang ik naar de overkant.
Ik vaar een keertje heen en weer,
En strijk weer op het bankje neer.
Later loop ik naar mijn huis.
Voldaan en moe kom ik weer thuis.
Jozien Bos

Gemaakt door Pim Louwerse