Is de Waal echt zó gevaarlijk?
Is de Waal echt zó gevaarlijk? (deel 2)
Zoals ik verteld heb in mijn vorige verhaal ben ik opgegroeid op een schip. Althans tot mijn 6e en in de
vakanties tot mijn 12e . Daarna ben ik in Nijmegen aan de wal, zoals dat heet in de schipperswereld,
beland.
In al die jaren, meer dan 40 dat in Beuningen woon, heb ik veel aan hardlopen gedaan, gewandeld en
gefietst over de dijk. Altijd fascinerend om dan op de Waal al die schepen voorbij te zien varen. In
gesprekken met mensen, zeker als ik vertel dat ik van de scheepvaart kom, in mijn jeugd althans,
vragen mensen zich allerlei dingen af. Zijn die woningen zo laag of lopen de bewoners van een schip
altijd krom? Hebben ze wel een beetje leefruimte op zo’n schip? En wat ik vaak hoor is de vraag
waarom schippers altijd hun schip boenen als ze voorbijvaren. En waarom varen die schepen soms
kris kras door elkaar en houden ze niet zoals op de weg rechts aan?
Dat zijn allemaal leuke vragen om over te vertellen ofschoon ik ook niet overal een antwoord op
weet want dat leventje is voor mij wel heel erg lang geleden. Ik ga dan te rade bij mijn zwager of
neven die hun hele leven hebben gevaren of nog doen.
Zoals ik in mijn vorige verhaal al aanhaalde vond ik alles rondom de sluis in Weurt spannend. Sowieso
is een sluis toch iets aparts. Je vaart met je schip tussen 2 muren door, je wacht een tijdje en je komt
met schip en al vele meters hoger of lager uit. Afhankelijk welke kant je uitgaat. Eigenlijk net zoals
een lift in een gebouw, maar dan toch iets anders. Maar het meest spannende aan de sluis van
Weurt herinner ik mij als wij ‘s morgens heel vroeg, 6 uur en nog donker, moesten schutten (zo heet
het wat in een sluis gebeurt). Als het schip dan in de sluis lag te wachten dan moest iedereen uit bed
komen, nette kleren aan en koffertje bij de hand. Nee, we gingen niet op reis. Was dat maar zo, het
was een noodmaatregel!
Want als de sluis openging en we voeren naar buiten richting de Waal, dan kwam er voor ons een
hele gevaarlijke kruising. De schepen op de Waal die vanaf Duitsland komen varen namelijk
behoorlijk hard, omdat ze de stroming en die is flink, meehebben. De schepen die vanaf richting
Rotterdam komen varen juist erg langzaam namelijk tegen de stroom op. En als je dus dan als schip
links of rechtsaf wilt slaan de Waal op of tussen andere schepen door wilt kruisen, dan is dat toch
even spannend. Zeker destijds zonder apparatuur en alleen wat lampjes en goede ogen. O ja, een
verrekijker hadden we ook, wel zo handig.
En mocht het nou toch ooit misgaan, dan waren we in ieder geval alvast uit bed, netjes in de kleren
én hadden het noodpakket aan kleding al bij ons.
Toen ik hier een tijdje geleden over nadacht, dacht ik eerst “was dit alles niet wat overdreven?”.
Maar toen ik later eens die vele schepen elkaar zag kruisen, realiseerde ik me dat dit destijds
allemaal zonder technische hulpmiddelen ging. En dat het wel de drukste rivier van Nederland was
en nog steeds is. Al was om 6 uur moeten opstaan niet bepaald mijn hobby.
Als ik nu vanuit het Dijkmagazijn ’s zomers weleens met leerlingen van de basisscholen activiteiten
doe, dan vertel ik niet bovenstaande verhaal. Ik denk niet dat ze daar van onder de indruk raken.
Wél vertel ik dat de Waal de drukst bevaren rivier van Nederland is, en één van de aller drukste van
Europa. Alleen al op het stuk tussen de Duitse grens tot aan het Maas-Waalkanaal bij Nijmegen
maakten vorig jaar maar liefst 120.000 schepen gebruik van de Waal.
Dat maakt wél indruk en is een mooie opstap naar mijn waarschuwing voor de sterke stroming en
het gevaar rondom de kribben.
Arnold van Zoest
