Op 17 maart 2020 overleed mijn dierbare vriend John. Hij stierf een waardige, zelf geplande en gekozen dood. John kon het leven niet meer aan; lichamelijk en mentaal was hij aan het einde. Samen met zijn beste maatje Daan kwam hij regelmatig langs voor een bakkie en een peukje. Wij praatten aan de keukentafel; Daan lag aan de voeten van zijn baas. ‘Ik wil het netjes doen, Ger’, zei John, ‘alles is geregeld.’
In zijn goede tijd reed John 3 keer per week met zijn vrachtauto naar Madrid. Met zijn toenmalige partner Ada dreef hij een klein transportbedrijf in Nijmegen. Als John sliep wist ook de frêle Ada de 40 ton tussen de lijnen te houden. Een harmonieuze estafette van liefde en zakelijkheid. Kilometers maken was hun doel. De truck, de brandstof, alles moest betaald worden. Toen sloeg het noodlot toe. Ada werd ziek. En werd nog zieker. Ik was erbij toen zij in de open kist in de huiskamer lag opgebaard. Tranen vloeiden als een eindeloos stromende rivier. Het verdriet bleef. Het pakte John bij zijn lurven om hem niet meer los te laten. Ach, John was een gemakkelijke prooi; had als kleine jongen de zwaarste klappen moeten incasseren. Dan weer een grote klap. Een kleinkind overlijdt. En nog een. Een tumor in de rug. Probeer je dan maar eens te bevrijden van de klauwen in je lijf. Kliniek in, kliniek uit.
Werken was er niet meer bij. Helse pijnen, depressies, nachtmerrie’s. Zijn partner zorgde voor hem. Maar eenzaam waren niet alleen de nachten; ook overdag trok John zich terug. Meed contacten, kwam bijna niet op straat. Vereenzaamde. De diagnose viel hard op de deurmat en omvatte meerdere regels. PTSS. Chronische Posttraumatische Stress Stoornis. Een behandelplan werd gemaakt. Dan las hij over een PTSS-hulphond van Bulters Mekke. De klik met de jonge Golden Retriever Daan was er snel. Jarenlang waren John en Daan onafscheidelijk. Als John 's nachts in een donkere droom alles weer beleefde, was het Daan die hem wekte. Door Daan kwam John weer onder de mensen; durfde na jaren weer de telefoon te pakken. Maakte weer contacten op straat. Bij de Jumbo in Beuningen kenden ze het stel. Het medicijngebruik van John daalde. Maar de trauma’s bleven hun scherpe klauwen in zijn weerloze lichaam slaan. Vluchten kon niet meer. John wilde niet meer leven.
Geen moment, beste vrienden, geen moment heb ik overwogen hem van dit besluit af te brengen. Ik heb zijn pijn gevoeld, ik heb zijn lijden gezien. Diep respect had ik voor mijn vriend. Diep respect voor de manier waarop hij deze moeilijke weg heeft afgelegd.
"Ik wil het netjes doen, Ger." Je hebt het heel netjes gedaan, beste vriend.
De datum stond vast: dinsdag 17 maart in de vroege avond. Ook de crematie: zaterdag 21 maart.
John hield van muziek. Onze muzieksmaken kwamen aardig overeen: Rock, country, ballads. Willie Nelson en Ilse de Lange stonden bij John in de top 10. We werden beiden gegrepen door Chief Seattle’s Oration “Kun je de lucht bezitten” uit 1854. John had iets met indianen. Authentiek, puur, empathie, rust, wijs, natuur, vriendschap, respect. Dat waren de kernwaarden voor John. Wat wil je nog meer.
“Ik wou dat ik tien procent van jouw energie had”, zei hij ooit, “dan begon ik opnieuw. Maar ik kan het leven niet meer oppakken.”
Ik had hem graag de helft gegeven.