Vaderdag
Ooit was de vader die meneer,
Die op zondag vlees kwam snijden.
Dat was in tijden van weleer.
Vader ontwaakte elke morgen,
Om weer voor het geld te zorgen.
Hij haastte zich naar z’n kantoor,
En moest er vliegensvlug vandoor.
Hij werkte er van vroeg tot laat,
En miste nieuwe kinderpraat.
Om zes uur stond de maaltijd klaar,
Want de vader ging naar huis.
Maar dan was hij moe en gaar,
En hing het liefste voor de buis.
Hij raakte van z’n kind vervreemd.
Zelf voelde vader zich ontheemd.
Vaders gingen protesteren.
Wilden ook emanciperen.
Ze wilden meer betrokken zijn,
En niet alleen maar langs de lijn.
Nu zoeken ouders een balans,
Tussen hun gezin en baan.
Zo krijgt elk van hen een kans,
Om met de kinderen om te gaan.
Vader kan z’n kind verluieren,
Of zomaar met z’n kleintje kuieren.
Ze verdelen nu hun taken,
In tal van alledaagse zaken.
Wij vieren deze Vaderdag,
Dat pa er volop wezen mag.
Jozien Bos